21 mei 2007

CGKR GAAT BOEKJE TE BUITEN

"Vuile hetero" was vorig jaar de slogan van het CGKR om de aandacht te vestigen op homofobie, een blunder van formaat waarmee het centrum blijvend zal geassocieerd blijven.

Dit jaar bleef het bij een algemeen statement tegen homofobie, maar we konden lezen over screening-vragenlijsten om de mate van homofobie bij overheidsdiensten te meten. Het initiatief gaat uit van Christan Dupont, minister van Integratie, ik neem aan met de steun van het CGKR . Het gebruik van vragenlijsten als middel om de “toestand te polsen” staat in elk geval uitdrukkelijk op de CGKR-site vermeld.

Ook dit initiatief was geen succes en stuitte op verzet van de ambtenaren: twee ministeries weigerden hun medewerking, bij de andere beantwoordde nog geen vierde de vragenlijsten. Gelukkig maar, zou ik zo zeggen, het is een goede zaak dat velen deze speeltjes voor controle-freaks doorzien en hun medewerking weigeren.

De weigering is een duidelijk signaal, maar de minister blijft er potdoof voor, hij wil de enquêtes veralgemenen. Christian Dupont is daarmee ook niet aan zijn proefstuk: geregeld wilde hij praktijktests door vrijwilligers in het kader van de nieuwe anti-discriminatiewetgeving doordrukken, maar werd wandelen gestuurd door zijn collega’s in de federale regering wegens "DDR-praktijken". Op 10 juni zijn er verkiezingen, en wat Christan Dupont betreft op het Ministerie van Integratie: ander en beter asjeblief, liefst iemand met respect voor democratie.

Het CGKR en het Ministerie van Integratie ondervinden scherp maatschappelijk verzet tegen hun aanmatigende aanspraken, en dat is een heel goede zaak.

De vragenlijsten van het Ministerie van Integratie en beleidsintenties van het CGKR zijn niet de enige verschuiving naar totalitair opvolgen van de mentaliteit van de burgers. Was er niet Roger Blanpain die roken in de huiskamer wou verbieden en het roken door zwangere dames strafbaar wil stellen? In Londen heeft er eentje die blijkbaar ook behoort tot de "Orde der Weldenkenden" voorgesteld om roken niet alleen in openbare plaatsen, maar ook in de auto te verbieden. En Europa heeft plannen om na de hetze tegen de rokers ook het jachtseizoen tegen het verbruik van "alcohol" als geopend te verklaren. En bordelen? Beikes! Ook die moeten uit het stadsbeeld verdwijnen, wegens slecht voor het toerisme.

De Nieuwe Orthodoxie grijpt om zich heen, en verkondigt de alleenzaligmakende ideologie van de meritocratie, de verheerlijking van "de verdienste", alles in functie van kostenbesparingen in de sociale zekerheid en het vergroten van de consumptie en zo ook van de economische groei. Die wordt gestimuleerd door consumptiedwang, en om daarvoor de nodige persoonlijke middelen te voorzien is er de arbeidsplicht, meestal participatiegraad genoemd. "Volledige tewerkstelling" is het doel van de Nieuwe Orthodoxie, en daarom moet een inclusief beleid gevoerd worden.

In de Nieuwe Orthodoxie zien we een verschuiving in het denken van inclusierecht naar inclusieplicht. Maar nog andere verschuivingen in denken behoren tot het wezen van de Nieuwe Orthodoxie. Anti-discriminatie verschuift naar "gelijke kansen" en ook racisme, als vanouds gedefinieerd als “rassendiscriminatie”, wordt in de ideologie van de Nieuwe Orthodoxie op een nieuwe manier omschreven.

De klassieke definitie van racisme staat bijgevolg onder grote druk. Normaal omschrijft men racisme als het maken van een onverantwoord onderscheid in gelijkaardige situaties op basis van "ras", huidskleur, etnie of afkomst. Een zwarte krijgt geen werk bij de bank, niet omdat hij ongeschikt is voor de job, maar omdat de bank geen zwarte bedienden wil. In het verslag van deze UNESCO-conferentie over racisme lees ik:

“Regarding the grounds for discrimination, the Conference recognized that racism, racial discrimination, xenophobia and related intolerance occur on the grounds of race, colour, descent or national or ethnic origins, and that the victims can suffer multiple or aggravated forms of discrimination based on other or related grounds, including language, sex, religion, political or other opinion, social origin, property, birth or other status.”

De betekenis is duidelijk: racisme is discriminatie op grond van ras, rassendiscriminatie.

Maar die definitie, een belangrijke waarde van onze democratie, riskeert zijn inhoud te verliezen. Op de site van het CGKR lees ik:

"Racisme kan omschreven worden als een ideologie waarbij uitgegaan wordt van de superioriteit van de ene etnische groep ten opzicht van de andere groep. Vroeger werd in het kader van deze ideologie vooral gewezen op de biologische verschillen. Tegenwoordig worden culturen tegenover elkaar geplaatst. Het uitgangspunt is dat men culturen niet met elkaar moet mengen en dat er alles aan gedaan moet worden om de eigen cultuur te beschermen. Daarbij luidt de opvatting dat mensen van een andere cultuur niet ‘minder’, maar ‘anders’ zijn. Het gebruik van dit begrip en de redeneringen achter dit begrip leiden echter wel tot hetzelfde mechanisme als de ‘ouderwetse rassen theorie’, namelijk dat er grenzen tussen ‘hen en ons’ worden getrokken en dat daar ook verschillen in rechten en kansen mee worden gerechtvaardigd."

Het klassieke racisme wordt vervangen door wat men noemt "cultureel racisme". Het gaat hierbij niet louter om een buitenissigheid van het CGKR zelf, maar om een bepaalde trend. De "Commissie voor de Interculturele Dialoog" o.l.v. Rik Torfs gebruikte in haar verslag ook deze uitgebreide definitie van racisme als "cultureel racisme".

"Racisme kan omschreven worden als een ideologie die de meerderwaardigheid van een groep ten opzichte van een andere predikt. Vroeger benadrukte deze ideologie hoofdzakelijk biologische verschillen. Vandaag stelt ze ook culturen tegenover elkaar. De “moderne” racisten menen dat het beter is om culturen niet te mengen en dat alles in het werk moet worden gesteld om de eigen cultuur te beschermen. Ze beweren niet openlijk dat de personen die deel uitmaken van een andere cultuur “minderwaardig” zijn, maar noemen ze “anders”. De hantering van deze notie, en ook van de argumenten die ze inhoudt, zetten hetzelfde mechanisme in werking als de “rassentheorie”, namelijk dat er barrières zijn tussen “zij en wij”, wat de ongelijkheid in rechten en kansen rechtvaardigt."

Op een Amerikaanse site lees ik:

"Racial society suppresses the cultures of people of colour by concentrating cultural resources in the hands of white-controlled institutions, by subjecting cultural production and distribution to a market logic, and then by using this relative cultural monopoly to spread myths about the races, their abilities, and their roles, which provide the bases for racist belief and action in the other social institutions".

Deze verschuiving in de omschrijving of definitie van racisme behoort tot de basiskenmerken van de Nieuwe Orthodoxie en is zeer zorgwekkend.

Waarom?

Desinformatie is een geweldvorm die deel uitmaakt van propaganda en manipulatie. Zo maar als overheidsinstelling omschrijvingen wijzigen en deze wijziging promoten, valt onder de categorie “mentaal geweld”.

De nieuwe definitie van racisme als cultureel racisme is veel te breed, en leidt zo tot een gevoel van "iedereen racist". Karel De Gucht noemde een tijd geleden landen die nog geen homohuwelijk hebben ingevoerd "achterlijk". Volgens de definitie van het CGKR is Karel De Gucht dus een racist. Het Vaticaan "verbiedt" gemengde huwelijken tussen christenen en niet-christenen, maar stelt toch dat iedereen christen kan worden. Volgens de nieuwe definitie is het Vaticaan “racist”, ook al zegt het expliciet dat elk mens christen kan zijn.

De ongepaste en te brede definitie van racisme houdt verschillende gevaren in. Omdat ze ongepast is, en dat voelt men probleemloos aan, bestaat het risico dat criticasters gaan roepen om een "recht op racisme" en daarmee niet alleen het "nieuwe" maar ook het "oude” racisme" tot moreel verantwoord verklaren. Deze verwerping als tegenreactie is reëel: ze bestaat in libertarische kringen waar men zich openlijk afvraagt waarom racisme "immoreel" zou zijn. "Onderscheid" en "discriminatie" worden hierbij voortdurend verward.

Omdat anti-discriminatie één van de hoekstenen is van de democratie, betekent de uitgebreide definitie van racisme als “cultureel racisme” een gevaar voor de democratie, omdat ze van echte discriminatie en van echt racisme een karikatuur maakt.

Het tweede gevaar van de ongepaste uitbreiding is rechtsonzekerheid, omdat de wet de oude, klassieke definitie van racisme hanteert. De wet is heel duidelijk in zijn omschrijving van racisme:

"…jegens een persoon wegens zijn ras, zijn huidskleur, zijn afkomst of zijn nationale of etnische afstamming."

Het CGKR schept met de definitie van racisme als cultureel racisme verwachtingen die het niet kan waarmaken en is daarmee ook verantwoordelijk voor een sfeer van inperking van de vrije meningsuiting die geen wettelijke grond heeft. Mensen kloppen aan bij het CGKR omdat ze zich slachtoffer menen van het “moderne racisme” zoals het op de site van het CGKR is omschreven, maar het CGKR weet verdraaid goed dat het niet bevoegd is om dit “moderne racisme" te vervolgen, want de wet houdt zich heel duidelijk aan de klassieke definitie van racisme, gelukkig maar.

De nieuwe definitie van racisme is onlosmakelijk verbonden met cultuurrelativisme, omdat objectiverende cultuurkritiek als "racistisch" wordt omschreven. De enige verklaring die dan nog overblijft om maatschappelijke spanningen te verklaren wordt daarom het "onverdraagzame" individu, dwz voor het CGKR zijn andersdenkenden gewoon slechte mensen. Persoonlijkheidseigenschappen en gemoedstoestanden worden als argument gebruikt, waardoor culpabilisering de vroegere progressieve cultuurkritiek vervangt. De CGKR-site leert de bezoeker:

"Wat is racisme?
Racisme is een geheel van gedachten, geuite gevoelens, maar ook van daden. Deze meningen camoufleren de schrik voor anderen, de behoefte om te domineren en om zich te bevestigen door zich te onderscheiden van diegenen die niet hetzelfde uiterlijk, geloof, cultuur of dezelfde taal en dergelijke hebben."

Deze vorm van argumenteren is bijzonder gevaarlijk, omdat hij alle logica achter zich laat en het irrationele denken promoot: het gebruik van drogredeneringen wordt kritiekloos aanvaard. Het CGKR is dus promotor van het irrationeel debat, welk nefast is voor een goedwerkende democratie.

Nog een belangrijk gevaar ontstaat omdat het CGKR een etnische definitie van cultuur hanteert, waarbij mensen een culturele identiteit meekrijgen louter door geboorte en niet door vrije keuze. Godsdienstvrijheid betekent echter keuzevrijheid op levensbeschouwelijk vlak, en niet vrijheid tot ongebreidelde godsdienstbeleving, en godsdienstvrijheid betekent tevens recht op afvalligheid in plaats van voorbestemdheid. Het CGKR hanteert dus een "racistische" definitie van cultuur.

Hoe idioot en absurd de nieuwe omschrijving van racisme wel is, kan men aantonen door zich af te vragen of een cultuur zonder superioriteitsgevoel nu eigenlijk al dan niet "beter" is dan een etnocentrische cultuur. Als die niet beter is, waarom zouden we die dan willen, en als hij wel beter is, blijkt dan uit die bevestiging van "beter zijn" geen "modern racisme" tegenover andere, etnocentrische culturen? Anders het gezegd: het CGKR is racistisch volgens haar eigen definitie van "modern racisme".

Dat het hierbij niet gaat om een academische discussie voor terrasjes op lange zomeravonden, blijkt uit de vervolgings- en opvolgingsbevoegdheid van het CGKR. Dat heeft namelijk tot taak "racisme uit te roeien" en de maatschappij "te zuiveren van onverdraagzaamheid". Er moet namelijk volgens het CGKR een “mentaliteitswijziging” komen, en het CGKR zal daarvoor zorgen. Deze manifeste én verborgen maatschappelijke zuiveringsdrang zou best als een alarmsignaal werken: zulke retoriek hebben we in onaangename verledens nog gehoord.

En welk middel wil het CGKR gebruiken om haar zuiveringsacties tot een "goed einde" te brengen? Juist: enquêtes. Zoals die van Christian Dupont. Om te weten "hoe erg het is onder de mensen". In de "Oriëntatienota 2005-2007" , leest men onder "preventie":

"Om de concepten van diversiteit en discriminatiebestrijding in de maatschappij in te lassen en ze doeltreffend te maken in de beoogde domeinen (tewerkstelling, leveren van goederen en diensten) moet er gewerkt worden aan:
- het gedrag en de ingesteldheid van de mensen
- de structurele en reglementaire processen die de werking van onze samenleving bepalen (tot
stand gebrachte modellen en regels die discriminerende gedragingen of criteria inhouden)."

Met haar zuiveringsstrategieën op basis van de nieuwe definitie van racisme, gaat het CGKR haar boekje te buiten, want de wet bepaalt heel duidelijk racisme op basis van de klassieke definitie als rassendiscriminatie.

Daarbij past het CGKR in de trends naar begrippenverschuiving binnen de Nieuwe Orthodoxie, het nieuwe totalitarisme gekenmerkt door cultuurrelativisme, irrationalisme en meritocratie, een "cultuur" die eindigt in een sterke culpabilisering van het individu en bijhorende afwezigheid van rationele en objectiverende cultuurkritiek.

Omdat anti-discriminatie een hoeksteen is van de democratie, is het nodig het gelijkekansenbeleid en de definitie van cultuureel racisme kordaat af te wijzen, om zo anti-discriminatie en mensenrechten in hun klassieke betekenis opnieuw in het centrum van het politieke debat over de democratische lekenstaat te plaatsen.

Het recht op cultuurkritiek is een wezenlijk onderdeel van de creatieve vrije meningsuiting. Is deze vrije meningsuiting waarlijk in gevaar door de intimidaties van de Nieuwe Orthodoxie? De toekomst zal het uitwijzen.